Somville Roger
Roger Somville was een Belgische kunstenaar geboren in 1923 te Schaarbeek/Brussel en gestorven in 2014 te Tervuren. Hij was een schilder, graficus (lithografie) en ontwerper van tapijten. Opleiding aan de Academie o.l.v. G. De Vlamynck (1940-1942) en aan Ter Kameren te Brussel o.l.v. CH. Counhaye (1942-1944). Ontwierp vanaf 1945 kartons voor wandtapijten van een dergelijk overtuigend realisme dat hij op dit gebied vernieuwend overkwam. In 1946 medestichter van het Centre de Rénovation de la Tapisserie de Tournai, samen met E. Dubrunfaut en L. Deltour. Zijn werk is realistisch-figuratief, met een expressionistische noot, en achter elke creatie zit steeds een idee, dat uitgewerkt wordt op grote doeken of muurpanelen. Aanvankelijk getuigden zijn composities vaak van sociaal en politiek engagement, later ontstonden ook meer poëtische geïnspireerde werken. Werkte vaak in reeksen of behandelde thema’s.
Als geen ander wist hij in zijn werken gestalte te geven aan zijn bruisende levensdrang. Uit de pers: "De schilderijen van Somville ondergaan een stuwing, een dynamisme. De kleur, de vormen en de penseeltoetsen zijn de basis van de beweging die het doek doorkruist. De menselijke figuur blijft zijn wapen om de strijd van het realisme te winnen. Vrouwelijke figuren ontbloten hun lichaam zonder schaamte. Hun dikke borsten en wulpse vormen bekrachtigen hun aanwezigheid op het doek. De bijna identieke aangezichten schenken hen het statuut van ‘de’ vrouw, zoals Somville ze ziet, aanvoelt en streelt. Hij maakt ze uit kleur en ze wordt leven dat de ganse compositie doet trillen." Was lid van de Jeune Peinture Belge. Medestichter van de Groepen Force Murales (1947), Céramique de Dour (1951), Art et Réalité (1954), Arts d’Europe (1963), Mouvement Réalist Belge (1968) en Artes Bruxellae (1975); Muurschilderingen o.m. in het metrostation Hankar te Brussel (1974-1976), op universitaire campus te Louvain-La-Neuve (1987). Richtte een keramiekatelier op te Dour en was leraar monumentale kunst en directeur (1958-1984) aan de Academie te Bosvoorde. Werk o.m. in de musea te Brussel, Elsene, Luik, Charleroi, la louvière. Bibliografie: Somville (M. Fryns en E. Langui, uitgeverij Dereume, Brussel, 1973). L’oeuvre gravé de Somville (Ph. Robert-Jones, uitgegeven door Galerie Présences, Brussel, 1974).
Vermeld in BAS I en Twee eeuwen signaturen van Belgische kunstenaars. (PIRON)
Als geen ander wist hij in zijn werken gestalte te geven aan zijn bruisende levensdrang. Uit de pers: "De schilderijen van Somville ondergaan een stuwing, een dynamisme. De kleur, de vormen en de penseeltoetsen zijn de basis van de beweging die het doek doorkruist. De menselijke figuur blijft zijn wapen om de strijd van het realisme te winnen. Vrouwelijke figuren ontbloten hun lichaam zonder schaamte. Hun dikke borsten en wulpse vormen bekrachtigen hun aanwezigheid op het doek. De bijna identieke aangezichten schenken hen het statuut van ‘de’ vrouw, zoals Somville ze ziet, aanvoelt en streelt. Hij maakt ze uit kleur en ze wordt leven dat de ganse compositie doet trillen." Was lid van de Jeune Peinture Belge. Medestichter van de Groepen Force Murales (1947), Céramique de Dour (1951), Art et Réalité (1954), Arts d’Europe (1963), Mouvement Réalist Belge (1968) en Artes Bruxellae (1975); Muurschilderingen o.m. in het metrostation Hankar te Brussel (1974-1976), op universitaire campus te Louvain-La-Neuve (1987). Richtte een keramiekatelier op te Dour en was leraar monumentale kunst en directeur (1958-1984) aan de Academie te Bosvoorde. Werk o.m. in de musea te Brussel, Elsene, Luik, Charleroi, la louvière. Bibliografie: Somville (M. Fryns en E. Langui, uitgeverij Dereume, Brussel, 1973). L’oeuvre gravé de Somville (Ph. Robert-Jones, uitgegeven door Galerie Présences, Brussel, 1974).
Vermeld in BAS I en Twee eeuwen signaturen van Belgische kunstenaars. (PIRON)