Rops Félicien
Félicien Rops was een Belgische kunstenaar geboren in 1833 te Namen en gestorven in Essonnes/Frankrijk in 1898. Hij was een schilder, tekenaar, graveerder, etser en lithograaf. Genoot thuis privé-onderwijs. Opleiding aan het College Notre-Dame-de-la-Paix en aan het Atheneum te Namen. Volgde eveneens lessen aan de Academie te Namen o.l.v. F. Marinus. Ging daarna studeren aan de Universiteit te Brussel. Stond in contact met uitgeweken Franse intellectuelen te Brussel. Zijn eerste litho’s ontstonden in 1852. Opleiding in het Atelier Libre Saint-Luc, samen met o.m. C. Meunier, Ch. De Groux en L. Artan (1854-1857). Stichtte het satirisch weekblad Uylenspiegel (1856-1862), waaraan ook Ch. De Coster zijn medewerking verleende. Werkte eveneens mee aan het studententijdschrift Crocodile (1853-1859). Was van 1857 tot 1874 gehuwd met Charlotte Polet de Faveaux. Vestigde zich in 1857 terug te Namen, verbleef vanaf 1868 vaak te Parijs en vestigde er zich definitief in 1874. Hij werd er ‘le beau Fély’ genoemd. De naaistertjes Amélie en Léontine Duluc werden er zijn minaressen. Léontine werd de moeder van Claire Rops, die huwde met de schrijver Eugène Demolder. Vertoefde er in de literaire kringen, waar hij o.m. Ch. Baudelaire, J.K. Huysmans en J. Peladan ontmoette. Reisde veel. Zijn tekeningen, zijn litho’s en vooral zijn etsen, waarvoor hij volledig nieuwe technieken toepaste, waren een uitlaatklep voor zijn agressieve inspiratie, die afrekende met het conformisme, de zeden van zijn tijd en de politiek. Werd vooral geboeid door de vrouw, die meestal verleidelijk, soms pervers of als femme fatale opgevoerd werd in talloze etsen. Enkele bekende platen: Enterrement du pays Wallon (1863), Pornokratès (1878)n de reeks Sataniques (1883) en voor Barbey d’Aurevilly de reeks Diaboliques. Werd in 1886 bevriend met A. Rassenfosse. Pseudoniemen door F.R. gebruikt op enkele etsen en lithografieën: Niederkorn, Jules Clarence, Lesly William, Vriel Eugène, Vriel Jules, Spoller, Wehr Heinrich, Marc Bruno. Realiseerde als schilder o.m. (Maas)landschappen, marines, kustgezichten in de lijn van Th. Baron. Werkte met gedurfde vloeiende toetsen en kwam tot een spontaan impressionisme. Rond 1860-1870 schilderde hij meestal personages, vrouwenportretten of vrouwen bij hun opschik. Na 1870 ontstonden de eerste landschappen in de natuur. In Frankrijk werkend werd zijn kleurenpalet helderder. Rond 1875-1879 schilderde hij vaak aan de Noordzee: dijk, strand, haven, duinen. In 1868 medestichter van de Société libre des Beaux-Arts, in 1875 van de Société Internationale des Aquafortistes, was tevens lid van de Groep Les XX (1886-1893). Werk o.m. in de Musea te Brussel, Antwerpen, Luik, Namen (F. Ropsmuseum). Uitgebreid vermeld in de Biographie Nationale van de Koninklijke Academie van België, deel XXXIII. Vermeld in BAS I, II en Twee eeuwen signaturen van Belgische kunstenaars. (PIRON)
Rechtzetting door klant, naam bij ons bekend: "
Rechtzetting door klant, naam bij ons bekend: "
De zussen heten Aurélie en Léontine (ipv Amélie). Het zijn niet zomaar 'naaistertjes' maar zij stonden aan het hoofd van het succesvolle modehuis Duluc dat in Parijs erg hoog was aangeschreven en nadien zelfs een filiaal had in New York. Félicien Rops heeft voor hen o.a. verschillende schetsen voor avondjurken en logo's voor hun modehuis ontworpen, ze hebben elkaar wellicht sterk beïnvloed"
€182,00