Grard, George
George Grard was een Belgische kunstenaar, geboren in Doornik in 1901 en gestorven in Koksijde in 1984. Hij was beeldhouwer en tekenaar. Hij volgde een opleiding tekenen, beeldhouwen en schilderen aan de Academie in Doornik en ging op zijn 22e in de leer bij Maurice Dekorte. In 1931 vestigde hij zich in Sint-Idesbald. In zijn vissershuisje ontving hij onder meer Valerius De Saedeleer, Paul Delvaux en Edgard Tytgat. Hij behoorde tot de “verloren generatie van 1900” of de animisten, die tijdens het interbellum opnieuw naar een humane kunst streefden. Tussen de revolutionaire stromingen van het expressionisme en de Cobra-beweging zocht Grard naar een sensuele vormgeving. Hij voelde zich meer aangetrokken tot boetseren dan tot het hakken van steen.
Grard werd meestal geassocieerd met een naturalistische, menselijke benadering van de vrouw. Zijn eeuwige Muze kreeg vorm als najade, niobe, sirene of moderne vrouw. In de jaren 1940 liet hij zich inspireren door Maillol en beeldde hij soepele, lenige en soms mollige naakten uit. Aanvankelijk werkte hij zijn beelden zeer fijn af met een gelijkmatige patina, maar later koos hij voor een ruwere bronsoppervlakte. Bekende beelden van hem zijn De zee, bijgenaamd De dikke Mathilde (Oostende), en de bronzen najade op de brug Pont-à-Pont in Doornik.
In de jaren 1970 begon hij zich steeds meer toe te leggen op het tekenen. Uit de pers: “Aan zijn tekenbladen vertrouwt hij in feilloze trekken dezelfde emoties toe, die het lichaam bezingen en er iets autonooms van weten te maken in zijn warme, zinnelijke realiteit.” George Grard staat vermeld in het Lexicon van Westvlaamse beeldende kunstenaars VI, BAS I en Twee eeuwen signaturen van Belgische kunstenaars. (Piron)