Van Dyck Albert
Albert Van Dyck was een Belgische kunstenaar, geboren in Turnhout in 1902 en gestorven in Antwerpen in 1951. Hij was een schilder, tekenaar, aquarellist, etser en lithograaf. Hij volgde zijn opleiding aan de academie in Turnhout (1914-1918), aan de academie in Antwerpen onder begeleiding van F. Gogo, E. De Jans, J. Van Der Veken, J. De Vriendt en E. Siberdt (1918-1920) en aan het Hoger Instituut in Antwerpen, onder begeleiding van Is. Opsomer, A. Ciamberlani, J. De Bruycker (1921-1925). Hij debuteerde als boetseerder een graveerder. Hij schilderde en tekende in het begin met een expressionistische vormgeving, maar evolueerde al snel naar het animisme met meditatief werk dat tederheid en rust ademt. Hij had een voorkeur voor landschappen, huiselijke taferelen, vrouwen- en kinderportretten, figuren en stillevens. Hij was één van de belangrijkste vertegenwoordigers van het animisme in België. Om los te komen van de invloed van Smits, richtte hij een eigen atelier in Kasterlee en in 1930 bouwde hij een woning met atelier in Schilde, aan de rand van de Kempen. Hij tekende en schilderde er zijn woning achter korenvelden en onder wolkenhemels. Hij schilderde bij voorkeur gewone volksmensen en de jeugd, waarvan hij het innerlijke en meditatieve in een poëtische sfeer naar zich toe wilde halen. Albert Van Dyck was lid van Kunst van Heden. Hij richtte in 1932 een vrije Academie op in Antwerpen, waar onder meer, J. Vaerten zijn opleiding volgde. 1997 werd het Albert Van Dyck-Museum ingehuldigd in het gemeentehuis in Schilder. Werk van hem vinden we terug in de Musea in Antwerpen, Brussel en Gent. Hij staat ook vermeld in BAS I en Twee eeuwen signaturen van Belgische kunstenaars. (Piron)